Gedrags- en ontwikkelingsstoornissen

Kinderen die gedrags- en ontwikkelingsstoornissen hebben, hebben het vaak moeilijk op school. Leraren moeten passend onderwijs bieden. Wat kun je doen om deze kinderen, die bijvoorbeeld ADHD, ADD, ASS, TOS of ODD hebben, te ondersteunen in de klas. Wat kun je misschien beter niet doen. Op de pagina’s op de volgende pagina’s lees je hier meer over.

ADHD

Attention Deficit Hyperactivity Disorder: Bestaat ADHD wel? Gewone “drukke” jongens zouden ten onrechte het etiket ADHD krijgen. ADHD is echter meer dan een beetje druk. Bekijk op de pagina ADHD of het nodig is deze kinderen in de klas te ondersteunen.

ADD

Attention Deficit Disorder. In de DSM 5 niet aangemerkt als aparte stoornis. Toch vertonen kinderen met deze variant van ADHD heel ander gedrag dan kinderen met de hyperactieve variant. Hoe je hen kunt ondersteunen lees je op de pagina ADD.

ASS

Autisme Spectrum Stoornis. Voor kinderen met ASS is de school onoverzichtelijk. Het gebouw is onoverzichtelijk, de mensen er in zijn onvoorspelbaar en de leerstof bestaat voor hen vaak uit onsamenhangende elementen. Passend onderwijs is nodig. Lees meer op de pagina ASS.

ASS bij meisjes

Een aparte pagina voor hen, omdat meisjes met autisme vaak heel ander gedrag vertonen dan jongens met autisme. Je zou hen over het hoofd kunnen zien. Kijk verder op de pagina ASS bij meisjes.

MCDD

Multi Complex Development Disorder. Een stoornis in het denken. Hoewel het gedrag soms lijkt op kinderen met autisme, hebben deze kinderen daarbij vaak last van sterke emoties. Hoe je met hen om kunt gaan lees je op de pagina MCDD.

Tourette Syndroom

Syndroom van Gilles de la Tourette: Vaak onterecht geassocieerd met schelden. Dat is zelden de werkelijke uitingsvorm. Kinderen met tourette zijn impulsief en druk. Door hun tics kost een schooldag hen veel inspanning. Hoe je de schooltijd voor deze kinderen iets kunt vergemakkelijken lees je op de pagina Tourette.

ODD

Oppositional Defiant Disorder (Oppositioneel Opstandige Stoornis), behoort met CD -Conduct Disorder of Gedragsstoornis- tot de Disruptieve en impulsieve stoornissen. Passend onderwijs geven aan een kind met deze stoornis vergt veel van de leerkracht. Vergeet echter niet dat het kind het ook zwaar heeft. Wat je kunt proberen om het gedrag van het kind in goede banen te leiden, lees je op de pagina’s ODD en CD.

Psychotrauma

Door ingrijpende gebeurtenissen in hun vroege kinderjaren, zoals kindermishandeling of verlies van een naaste, kan een zogenaamd psychotrauma ontstaan: in dit geval vroegkinderlijk complex trauma. Hierdoor ontstaat een verstoorde ontwikkeling. Dit heeft invloed op het gedrag en leren. Traumasensitief onderwijs is nodig. Lees meer hier over op de pagina traumasensitief onderwijs

Hechtingsproblemen

Ongeveer een derde van de mensen is onveilig gehecht. De gedragingen bij een onveilige hechting passen ook bij stoornissen als ADHD, ODD of ASS. De achtergrond van de gedragingen is echter anders. De aanpak in je klas ook. Meer informatie vind je op de pagina hechtingsproblemen.

Angststoornissen en depressie:

Stille kinderen. In elke klas zitten kinderen waarmee niets aan de hand lijkt, ze zijn niet lastig of opstandig. Soms zijn ze wat ‘bangig.’ Het zijn kinderen met een “verborgen problematiek.” Zij lijden soms aan een angststoornis of een depressieve stoornis. Wat je kunt doen om hen te ondersteunen lees je op de pagina angststoornissen en depressie.

DCD

Developmental Coördination Disorder. Kinderen met DCD, hebben moeite met het aanleren en uitvoeren van motorische taken, zoals rennen, tekenen, knippen en schrijven. Handelingen die voor andere kinderen vanzelfsprekend zijn, vergen voor deze kinderen heel veel inspanning. Ook hebben ze moeite met ordenen. Hoe je hen door een zware schooldag heen kunt helpen lees je op de pagina DCD.

Rouw

Rouw is natuurlijk geen stoornis of een gedragsprobleem. Als kinderen of jongeren niet begeleid worden in hun rouw, kan dat echter leiden tot internaliserende of externaliserende gedragsproblemen. Wat leerkrachten moeten weten over dit onderwerp lees je op de pagina rouw.

Dissociatieve identiteitsstoornis:

Sommige kinderen lijken veel te dagdromen. Wat er in werkelijkheid gebeurt is dat ze dissociëren. Het komt vooral, maar niet alleen, voor bij kinderen die misbruikt of mishandeld zijn in hun vroege kinderjaren. Wat DIS is, wat de oorzaken kunnen zijn en hoe je kinderen met DIS kunt ondersteunen in de klas, lees je op de pagina dissociatieve stoornissen (DIS).

Bestel mijn boeken

Bereik Anton Horeweg
Executieve functies

Uitvoerende regelfuncties of executieve functies: hoe beïnvloeden ze gedrag en leren? Lees meer.